Barbus tetrazona
SUMATRAAN
FAMILIE
Cyprinidae (karperachtigen)
ONDERFAMILIE Cyprininae
VINDPLAATS
Indonesië

GESLACHTSONDERSCHEID
Als de dieren volwassen zijn, zijn de vrouwtjes groter, enigszins dikker en bovendien minder intens gekleurd dan de mannetjes.
LENGTE
Tot 6 centimeter
HUISVESTING
De sumatraan voelt zich prima thuis in het gezelschapsaquarium, zolang hij maar voldoende zwemruimte heeft.Stroming in het water wordt door de Sumatraan zeker gewaardeerd.De kleur van de bodem en de belichting heeft weinig invloed op de harde kleuren van de Sumatraan.
SOCIALE EIGENSCHAPPEN
Sumatraantjes komen alleen in een wat grotere school met minstens vijf exemplaren het beste tot hun recht.Ze blijven dan dicht bij elkaar zwemmen, wat een spectaculair effect geeft.Deze mooie en taaie visjes hebben helaas wel een negatieve eigenschap: ze zijn meer dan eens geneigd om andere, zwakkere vissen het leven zuur te maken.Bovendien knabbelen ze aan de 'sprieten' van labyrintvissen (goerami's) en vallen ze andere vissen met grotere vinnen lastig, zoals bv de Betta Splendens of guppen.Plaats ze dan ook alleen bij vissoorten zonder al te grote vinnen of uitsteeksels.
Ze houden zich vooral in de middelste waterlagen op.
Ze doen het goed op bv het tropisch granulaat premium.
De kweek van deze populaire scholenvisjes is vrijwel identiek aan die van de prachtbarbeel.
Het verschil zit hem alleen in de watersamenstelling.
De sumatraan stelt er tijdens de kweekperiode veel hogere eisen aan.
Een DH van 5, een PH van rond de 6-7 en een watertemperatuur van 28°C zijn optimaal.
De soort is erg productief. Jonge visjes worden grootgebracht met fijn stofvoer ( artemia vervangen ) , Cyclops en daarna met kweekgranulaat.
Er zijn verschillende kweekvormen bekend.
De goudgele met zwarte banden is de welbekende stamvorm, maar ook de groene en de albinosumatranen zijn erg populair.
Dit taaie, levendige en kleurrijke scholenvisje is bij uitstek geschikt voor beginnende aquarianen.